dinsdag 20 maart 2012

Zeven nachten...

voor Jeroen

GEBED

In naam van liefde, leven en vrijheid,  alsjeblieft loods ons veilig door de komende nachten…Tot zaterdagavond bestaat hij voor mij uit vele schitterende facetten, maar zijn lichaam ontbreekt. Het mijne ook aan zijn kant. Door uitwisseling via alle ons beschikbare media van beeld, geluid, woorden, klanken en veel telepathie en synchroniciteit, wordt onze droom steeds intensiever, steeds mooier, steeds echter, nu al zes weken…we zijn als snel groeiende edelstenen achter glas…glinsterend, verlokkelijk, onaanraakbaar…we spreken over onze geschiedenis, bewondering,  beweegredenen.  We hebben gemeen en vullen aan. Smoorverliefd waren we al snel en meer wederzijds kom je verliefdheid zelden tegen. We spreken vrijelijk onze liefde uit…om het draaglijk te houden, laten we de erotiek in het midden, maar voor mij is dit onhoudbaar nu. Ik bid om een zevende nacht…waarin onze lichamen zich net zo blijken te verhouden zoals onze geesten…Er is al weken een voortdurende lichamelijke connectie, die alles opent en doet stromen in mijn buik en eigenlijk mijn hele lichaam…ik ben zelf verantwoordelijk voor deze beproeving, want wilde beslist niet eerder ontmoeten….Hij heeft ook gebeden vanmorgen vroeg. Dat stelt gerust.



NACHT 1 ZONDAG VUUR

Vannacht is kurkdroog en bloedheet. Mijn verlangen is als vuur…uren ben ik wakker, verlangend…ik raak mezelf aan, maar het voelt alsof mijn vingers tekortschieten vannacht. Gefrustreerd en klaar wakker ben ik…Maar nu verschijnt hij hier…in het donker…als schim…doorzichtig, bijna vloeibaar…aanwezig…ik voelde verzengende hitte van zijn brandende zwaard,  te fel om nu al te rusten in mijn schede. Zijn stem, zijn stem !, zegt fluisterend dat hij hier is om me te helpen te slapen…“nog even wachten, liefste, een week maar“…en knielend aan het einde van de matras gebruikt hij een lang, warm penseel, als hulpmiddel, afwisselend de spitse achterkant als de kwast. Eindeloos komen mijn orgasmen die onmiddellijk weer lijken te verdampen…nog steeds niet leidend tot enig soelaas of welkome slaap. Maar wel genot dat ik nooit kende…liefdevolle zorg die ik nooit voelde…in het donker neem ik vaag zijn smeulende, vermoeide donkerbruine ogen waar…tot hij glimlachend en met een korte streling over mijn bovenbenen afscheid neemt met de hees gefluisterde boodschap dat hij precies hetzelfde doormaakt…



NACHT 2 MAANDAG WATER

Vroeg in de avond lig ik uitgebrand in bed…regen en storm vechten om mijn gunst tegen het slaapkamerraam…ik sluit mijn ogen…dit voelt heilzaam, het water is fris…blijkt zout, koel, prikkelend. Ik duik over hoge golven en daal af onder de zeespiegel…blauw, groen, turquoise, paars…uitwaaierend en weer krimpend met de rustige golfslag …ik zwem boven het roodkoralen paleis waar mijn vaders en zusters wonen…Ze hebben hun bezigheden en alleen mijn vader laat een moment zijn oog op mij rusten. Ik beweeg me naar de ondiepe gedeelten, zoals ik altijd doe, vlak na een storm…de zon schijnt hier feller onder water, mijn lange, zilverkleurige staart reflecteert alle kleuren van de regenboog…mijn lange haar glanst bruin, rood, blond…ik herken mijn aardse kleine borsten, een ingetrokken tepel links…kleine tattoopuntjes van bestralingen…in de verte daalt een donkere gedaante snel…schijnbaar levenloos…ik schrik als ik het lichaam herken…hij is het…ogen gesloten…bleekbruine huid…donkerfluwelen haar golvend in de deining…Mijn armen ondersteunen zijn rug…zijn lijf is lauwwarm, gelukkig….met al mijn kracht draag ik hem en zwem ik zo snel als ik kan, zijn lieve lijf hou ik vast met zoveel mogelijk tederheid. We duiken op uit de golven…tot mijn opluchting hoest hij kort en ademt dan diep de zeelucht in. Meeuwen roepen uitbundig. Zijn lichaam in het zachte zand. De milde zon verwarmt verder en brengt kleur op zijn gezicht..zoutkristallen glinsterend op zijn huid…ongeschoren stoppelbaard van een zeeman…een zilveren oorring…ik streel zijn kaak. Hij is het, niemand anders. Ik glimlach gelukkig en kus zijn droge lippen tot ze vochtig zijn. Hij kreunt zachtjes, zijn ogen nog gesloten…ik kan het niet laten zachtjes mijn hand te bewegen over de groeiende zwelling…zachtjes duw ik het gescheurde textiel opzij…mooi is hij…met mijn tong proef ik zoet en zout…voorzichtig zuig ik…mmm…mijn mond vult zich verder, ik gebruik mijn tong en ook mijn handen…een glimlach op zijn gezicht…ik proef ziltig zeeschuim tot diep in in mijn keel…heel even opent hij zijn ogen…hij kijkt me aan…verbaasd, blij, herkenning…ik draai me snel om. Een trillende zilveren staartvin is het laatste dat zichtbaar moet zijn voor hem.



NACHT 3 DINSDAG AARDE

Het was een actieve dag. Half wakker soes ik na in bed. Denk aan mijn tuin, die nog veel zorg nodig heeft om straks te kunnen bloeien. Mijn kruidentuin wordt overwoekerd door wilde aardbei, die ga ik er eerst maar grotendeels uithalen…in gedachten pluk en eet ik enkele rijpe aardbeitjes die deze onwaarschijnlijke winter maar blijven komen…ik loop naar de hazelaar in de voortuin, die moet gesnoeid…tot mijn verbazing zie ik dat hieronder een diep gat gaapt. Het blijkt een doorgang…naar een koperkleurig poortje dat zich piepend, maar gewillig laat openen …een donker ondergronds pad, leidt naar boven, waar het licht beschaduwd is…hoge bomen torenen boven me uit. Een zomers bos. Krekelgeluiden, afgewisseld met kort vogelgezang . Donkere struiken. Eindeloos dwaal ik verwonderd over de lommerrijke paden. Het gaat schemeren…ik wil terug naar de hazelaar in mijn eigen tuin…ik kijk om me heen…maar waar…ik merk dat ik dorst en honger heb…bij een stroompje neem ik een slokje water uit mijn hand en ik ga in het gras liggen…hier ruikt het naar vochtige aarde…Hé, aan deze struik zitten  bramen die barsten van rijpheid. Ik proef ze…pittig en zoet…en dan..jouw adem in mijn oor…je armen omklemmen mijn middel…jouw vingers plukken sneller bramen dan ik.je draait me om, op mijn rug en kust me voorzichtig…je lippen smaken zoet natuurlijk…zachtzinnig, maar beslist spreid je mijn benen een beetje en trek je mijn kersenrode slipje tot onder mijn knieën…je vraagt met opgewonden ontroering in je stem of ik mijn knieën wil optrekken. Ja, ik wil. De robijnrode bramen stal je zorgzaam tussen mijn benen uit - twee hele mooie gaan in mijn mond met nog een kus, dan hap je gretig toe…je likt het donkerrode sap langzaam en zorgvuldig op van de zwellende lippen …het bramensap vermengt zich met mijn overvloedige lichaamsvocht. Ik open mijn ogen op het warme matras in mijn slaapkamer.



NACHT 4 WOENSDAG LUCHT

Opnieuw rusteloos lig ik na mijn bad op de bank te lezen in het spirituele werkje over seks en liefde dat onlangs nog achter in mijn diepe boekenkast stond…boeiend , maar ik ben moe. De letters beginnen te dansen en te vervormen voor mijn ogen…lees ik dat goed? Het boek noemt onze namen…Ik begin hardop voor te lezen…de tekst beschrijft hoe hij zichzelf rustig bevredigt, wat zich in zijn hoofd afspeelt,  raadselachtig genoeg geeft de tekst van zijn fantasie precies de situatie weer waarin ik me nu bevind…op de bank, met een oranje jurkshirtje aan, geen slipje, blote benen, zwarte slippers…dit windt me op, onder het met sterren en hemellichamen versierde dekentje dat mij bedekt streel ik mezelf …en dan ineens hoor ik het,  van schrik glijdt het boek uit mijn handen…zijn stem in mijn hoofd, hij beschrijft synchroon wat ik doe met mijn vingers en hoe ik het genot zo lang mogelijk rek. Als ik bij het eerste ochtendlicht wakker schrik, lig ik nog op de bank…het boek op de grond…



NACHT 5 DONDERDAG ETHER

Rond half vijf ’s ochtends speelt mijn wekkerradio spontaan pianomuziek af…geërgerd druk ik op de snoozeknop…onbekende zender…maar ik denk aan stevige handen die ik pas op foto’s zag…ik val weer in slaap…dan klinkt de piano weer…ik open mijn ogen en zie mijn vingers moeizaam bewegen op de toetsen.. Ik herken bijna geen noot op het blad voor me…ik draag een rode concertjurk…laag decolleté…Hij noemt mijn naam…ik kijk achterom, niemand…”Ik help je wel,” fluistert hij in mijn rechteroor” Hij is er wel, raakt me aan, streelt mijn nek, beweegt zijn handen omlaag…via mijn tepels bedient hij mijn vingers…Hij speelt nu, niet ik…de betoverende, onbekende melodie vult de ruimte ritmisch, groots en in evenwicht. Ik word wakker, hoor nog steeds klavierklanken…ha…de snoozeknop ja…ik zet de wekker uit…Ik val bevredigd in slaap.



NACHT 6 VRIJDAG LICHT

Nog één nachtwacht…ik neem een valeriaantablet in en slaap snel in…ik ontwaak door een fel licht tussen mijn ogen. Kinderen spelen hier, paren dansen innig…eten en drinken, overvloed…herkenbare muziek. Poplievelingen van jou en mij…intenser alleen, levendiger. Een feest. Ik sta op…de zon schijnt en er is tegelijk een hele lichte waas water…alles blijft fris…de blauwe lucht versierd met eindeloze regenbogen. Klank en kleur.

Daar ben jij.

We naderen elkaar…Geluiden verstommen. De muziek stopt niet. Gestaag trek je al je kleren uit…je staat daar…jouw lichaam..het is prachtig en stralend…jouw lid rechtop en uitnodigend…jij hoeft niets te verbergen…je kijkt me vragend aan…ook ik kleed me uit…mijn lijf gloeit en …warmte om mijn hart..als ik je glimlach zie, bloos ik…maar ook ik hoef niets meer te verbergen. Je loopt naar me toe en pakt mijn bevende hand…grenzen lossen op in regenbogen en klanken…het wordt donker en stil…Vol vreugde sta ik op.



NACHT 7 ZATERDAG VANDAAG

De zevende nacht nadert. Ik vertrouw op onze oprechte gebeden...De bar waar we elkaar voor het eerst in levenden lijve zien heet “Morgen”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten