dinsdag 20 maart 2012

Rituelen (de Magische Jurk, deel 8)

De Koning was en bleef onbereikbaar voor het beoogde Serieuze Gesprek.
Het waren eenzame tijden voor mij...al manifesteerde de herfst zich dat jaar kleurrijk en stralend, het Veelkleurige Koninkrijk leek elke dag leger er sleetser, een aftandse oase in een onverwacht opgebloeide woestenij. Teveel nachten doorwaakte ik omdat elk geluid wat maar in de verste verte de klank had van de Doordringende Deurbel was reden om een moeizaam bereikte llichte sluimer te verscheuren en op te springen om verwachtingsvol de luiken van mijn slaapvertrek open te gooien en weer snel te sluiten, omdat de naderende winterkoude al voelbaar was in de nachtelijke buitenlucht. Strepenpoes Jumbo voelde mijn onrust en gaf in zulke nachten zachte likjes op mijn gezicht, als wilde ze me manen tot rust en vergetelheid.  
Mij bleef weinig anders over dan het stof afblazen van de eeuwenoude Magische Geschriften van mijn legendarische oudtante de grote Keizerin Wendelita van het Wonderwitte Waterrijk. De schoonheid van deze verre verwante overtrof die van alle mooie vrouwen in onze luisterrijke dynastie, maar meer nog stond ze bekend om haar diepe wijsheid, haar onnavolgbare veelzijdige kunstzinnigheid en haar ongeëvenaarde sneeuwwitte toverkunst die harten in liefde en vriendschap verbond, mits ze daarvoor openstonden. Als geen andere vrouw verstond deze dame de kunst talloze mannenharten sneller te laten kloppen, zonder dat de bezitters ervan zich ooit miskend, jaloers of bedreigd voelden. Over deze dynamische Keizerin werd zelfs beweerd dat ze de geheimen van onsterfelijkheid tijdens haar lange regeerperiode had ontrafeld en nu in betrekkelijke anonimiteit haar oneindige leven in dienst had gesteld van de doodnormale medemens met hartzeer. Gewoon een mythe natuurlijk...toch kon in geen enkel document  iets gevonden worden over de manier waarop of op welke dag deze onvergetelijke hooggeplaatste dame de aardbol definitief had verlaten...De in de Geschriften beschreven liefdesbevorderlijke rituelen waren niet alleen een feest om te lezen, maar ook erg prettig om te doen...zoals van top tot teen met rozenolie ingewreven - met stap voor stap nauwgezette aanwijzingen voor ieder afzonderlijk lichaamsdeel - een warm lavendelbad nemen en zeven witte drijfkaarsjes één voor één aansteken met bij iedere vlam een gewenst droombeeld van de beoogde relatie in opperste concentratie. Ook werd in Oud-Wonderwits minutieus aantrekkingstovenarij beschreven waarin je zoveel mogelijk aandacht boordevol liefde gaf aan het klaarmaken van drie verrukkelijke gerechten voor je gewenste minnaar en deze vervolgens opdiende aan een feestelijk gedekte tafel voor twee, met kaarsen en passende muziek...vervolgens was het de bedoeling zelf zo intens mogelijk alleen van de maaltijd te genieten met een zo levendig mogelijke voorstelling van de aanwezigheid van de begeerde ander...Bij het uitvoeren van deze spannende rituelen, leek het soms ineens of de contouren van de Koning oprezen en ineens tastbaar werden... Het allermoeilijkst was het voor mij om tenslotte alle gedachten en verwachtingen los te laten en de ander in vrijheid te laten beslissen of de betovering in zijn hart kon worden toegelaten. Deze instructie vormde de afsluiting van vrijwel ieder ritueel in dit sierlijke, met zilverlamé en parels ingebonden boekwerk en mocht niet worden weggelaten...
De zorgvuldig uitgevoerde magische rituelen werken in ieder geval troostend...Ze verwarmden mijn hart, zuiverden mijn ziel en inspireerden tot actie...het was de langgerekte nacht waarin de allang vervlogen zomertijd zou overgaan in winteruren...en niets dwong mij in mijn eenzame paleis avond aan avond te wachten tot eindelijk de Doordringende Deurbel klonk. De nachtelijke stad riep, dansvloeren smeekten erom bevolkt te worden door verliefde koninginnen, parmantige prinsessen en een enkele zwierige gravin, naast jachtlustige koningen, bruisende prinsen en een paar aardige baronnen...een bevriende vorstin had al laten weten het zeer op prijs te stellen als ik acte de présence zou geven. Matzwarte danspumps, een nauwsluitende zwarte japon, versierd met parels, zilver en geslepen glas, een bleke make-up met zwaar aangezette donkere oogmake-up. Ik besloot de avond luxueus te vervolgen na het rituele exquise diner-voor-twee-in mijn-eentje waar ik zo onverwachts van had genoten: ik bestelde een zwart, paardloos rijtuig in de stijl van mijn uitdossing en liet mijn stalen ros in de stal uitrusten.
Zo arriveerde ik die avond in grote stijl bij het Indorp, de volstrekt belachelijke naam van de in die jaren meest bruisende balzaal die de die avond in vrij schaars textiel gehulde, van muziek doordrenkte stad rijk was. Ik voelde me als een doorgewinterde, professionele weduwe die op het punt stond na jaren haar rouwkleed definitief af te leggen…
Alleen al de muziek maakte dronken en wellustig. Stukken die in andere omstandigheden als van twijfelachtig allooi gekwalificeerd zouden worden als Geen Waardigheid van Zwarte Straat en Het Doen van Dubbelel Koele Jee, Hypnotiseer van het Beruchte Kleine Varkentje en niet te vergeten Willenzijn van de Kruidenmeisjes pasten wat mij betrof naadloos bij de heersende, van erotiek dampende sfeer van op de maat verlokken en veroveren…Het was een bevrijdende, zelfs extatische avond en ik speelde het spel luchtig en vrolijk mee. Ik voelde de hitte van de warme oceaan die stroomde en tintelde laag in mijn buik, echter zonder ook maar een moment te overwegen een baron of zelfs een graaf de gelegenheid te geven mee terug te reizen naar het paleis in het paardloze rijtuig…Het in die dagen gevierde lied Laat (Liefde) Niet Gaan bracht onverwacht een hete traan op mijn wang en ik besloot het balzaalpersoneel snel mijn mantel – geen hermelijn dit keer - te laten halen en een zwart paardloos rijtuig te organiseren.
Met mijn lange mantel om mijn blote schouders draaide ik me om naar de Uitgang van Indorp met de bedoeling snel en geruisloos te verdwijnen zonder al teveel poespas…aan de grond genageld verstijfde ik toen ik zag wie de zware glazen deur met een bijna militair aandoend gezag versperde…De blik van De Koning miste alle zachtheid en zijn vraag klonk als een bevel: “Ga je mee?”
Ik aarzelde, in het volle besef dat dit moment beslissend was voor mijn Koninklijke waardigheid…Het lag in de lijn der bedoeling en wenselijkheid De Koning hooghartig te negeren, hem zwijgend te passeren en mijn majesteitelijke weg te vervolgen…maar ik boog nederig mijn hoofd en legde mijn hand vol vertrouwen in die van De Koning. Was dit het antwoord op de uitgebreide rituelen of stelde dit heel iets anders voor? Zwijgend en ondoorgrondelijk voerde de de monarch een beduusde kleine, bloedgeile, zwartbleke koningin zonder mededogen de lange, koude, donkere nacht in…een paardloos rijtuig onverrichterzake achterlatend.
WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen:

Een reactie posten